'Ze hebben mij overal buitengesmeten', zegt Mimi. Ze is nu op zoek naar haar Gabriël met wie ze in Roemenië ooit 'van trouwke speelde'. Gabriël heeft net zitten uitleggen aan zijn maat Michel hoe diep hij in de put zit nadat zijn vrouw hem aan de deur heeft gezet. Aan Michel dan nog, die zelf aan het revalideren is van een duikaccident.
Plaats van gebeuren is min 3 van een shopping center, in 'het souterrain van het kapitalisme'. Als een heilige familie zijn de drie personages er neergedaald. Voormalig onderwaterlasser Michel ontfermt er zich beroepshalve over roltrappen, uurroosters en, en passant, het kerstgebeuren. Ex-dompteur Gabriël houdt er zijn onderduikadres. En Mimi grossiert, dankzij haar roeping als cliniclown, in bakken vol troost: de drie schurken tegen elkaar aan, op zoek naar die nestwarmte die een intrieste buitenwereld hen ontzegt. Er heerst een basissolidariteit tussen deze lotgenoten. Bij gebrek aan alternatief vormen ze elkaars sociale zekerheid. 'Gabriël', snikt Mimi, 'gij hebt mij altijd geholpen. Als mijn tirette vanonder en vanboven vastzat, gij prutste ze altijd open'.
Maria Eeuwigdurende Bijstand is een nieuwerwetse parabel waarin de drie, al is het maar voor even, hun levensballast afwerpen om elkaar bij te staan in hun struggle for life. Niet dat ze medelijden opwekken. Daarvoor zijn deze geboren losers te getekend door het leven. Ze klampen zich vast aan een zelfverklaard glorieus verleden en een al even grootse toekomst.
De voorstelling is de uitkomst van een aantal maanden improvisatie op de vloer. Schrijver-regisseur Arne Sierens vertrok daarbij gelijk aan de meet met acteurs Marijke Pinoy (als Mimi), Titus De Voogdt (als Michel) en Johan Heldenbergh (als Gabriël). Die onconventionele werkwijze heft het onderscheid op tussen tekst schrijven, aan onderzoek doen, repeteren, regisseren, … Sierens: 'theater maken is meccano, uit elkaar vijzen, in elkaar vijzen, alles heel secuur'. Het maakproces stuurt mee de genese van de 'tekst'. De context, wat er tijdens en in de marge van het maakproces gebeurt, bepaalt mee de uiteindelijke voorstelling: 'de context wordt met andere woorden 'tekst'.
Deze schriftuur blijft fundamenteel opvoeringgericht, waarbij de 'tekst' slechts een element vormt van een gelaagde 'partituur'. De drie spelers zijn angstaanjagend trouw aan hun personage zodat het erop lijkt dat ze hun gevoelens ter plekke in gesproken taal omzetten. Ook het publiek zit de spelers dicht op de huid doordat het plaatsneemt aan weerszijden van een bevroren speelvlak. Alles samengenomen - de fysieke speelstijl, de kleurrijke klanktaal, de ongewone setting, … - maken dat de emotie je zo in het gezicht kletst.
Net als bij eerder werk van Sierens gaan directheid en formalisme ook nu weer op een merkwaardige manier hand in hand. Hoewel hij zijn bronnenmateriaal uit het dagelijkse leven puurt, krijgen zijn voorstellingen een haast ritueel karakter dat niets van doen heeft met clichématig realisme. Het blijft merkwaardig vast te stellen dat een minutieus gestileerde compositie als Maria Eeuwigdurende Bijstand een dergelijke, direct ontroerende, impact heeft. Wie ooit Allemaal Indiaan van Alain Platel en Arne Sierens zag, weet wat dat betekent: 'dat is het wonder van de voorstelling. Dat je vergeet wat je weet en alleen nog maar voelt. Dat is verdorie de moeite'.
En ook nu weer trekt Maria Eeuwigdurende Bijstand 'u uit uwen haak'.
Tenslotte nog dit. Het vierde personage uit de voorstelling wordt vertolkt door de papegaai Coco omdat, dixit Marijke Pinoy, 'zo'n beest gewoon zichzelf is'. Als ijkpunt voor de spelers kan dit tellen.
Arne Sierens
Titus De Voogdt
Johan Heldenbergh
Marijke Pinoy
Titus De Voogdt
Johan Heldenbergh
Marijke Pinoy
Koen Demeyere
Timme Afschrift
Bernadette Damman
Guido Vrolix
Kurt Van der Elst
Compagnie Cecilia
Monique Nagielkopf
Didier De Neck