Lou Reed in ’t Oostends
Zowat anderhalf jaar geleden belde Sebastien Dewaele mij om te vragen of ik wilde meewerken aan een herwerking van Andy en Karolien, een stuk waarmee ze in 2007 Laureaat Jong Muziek werden op TAZ met songs van Lou Reed in het Oostends. Sebastien wilde mij erbij om het wat meer body te geven. Puur muzikaal was het simpel, maar ik raakte snel gecharmeerd door het enthousiasme en de de ongekunsteldheid. Lou Reed en Velvet Underground waren ook zo: sommigen hadden een muzikale achtergrond, anderen totaal niet. Alles opnieuw arrangeren was voor mij niet aan de orde. Het zou heel de charme wegnemen. Oostende zelf is ook recht en scheef tegelijk, een beetje groezelig soms.
Drum op zijn buik
De voorstelling kon wel nog een drum gebruiken. Als je met bas en drum zit, klinkt dat meteen groter. Ik speel dus op een drum die ik oorspronkelijk voor mijn zoon kocht. De basdrum zet ik gewoon op zijn buik, net zoals de drumster van Velvet Underground deed. Zij bekeek dat heel naief, zoals een kind. Die insteek wilde ik gebruiken, op een bric-à-brac drumstel. Dat past helemaal binnen het rijtje van deze voorstellng: wat rauw en punky. Hier en daar speel ik wat gitaar en vul ik wat sfeertjes aan. Ik zing ook wel mee. Dat is ook mooi, want mensen worden toch vooral geraakt door de menselijke stem.
Deze manier van werken is ook leuk voor mij. Jarenlang stond ik als frontman op de brug om het schip te sturen. Nu kan ik vanuit achtergrond opereren en dat is heel relaxed.
Airline Folkstar
In Andy en Karolien speel ik op dezelfde gitaar als in Losers get lost, een Airline Folkstar met resonator. Ik had vorige lente een sessie voor Lijfstroomen een Brusselse gitarist had zo een gitaar. Plots een bliksemflits: ik moet die ook hebben (lacht). Ze klinkt supergoed en ziet er cool uit. De metalen kom doet dienst als klankkast. Ze is bijzonder geschikt voor fingerpicking, en klinkt folky en rootsy. Als een bak nagels, zou je bijna zeggen. Een contactmicrofoon vangt de klank van die resonator op. Als je enkel dat element aanzet, klinkt dat dun en metalig. Een ander element is de nek pickup en dan krijg je een vet Black Sabbath-achtig geluid. Omdat je die twee kunt mengen, is het een multifunctionele gitaar.
“Ik ben geen gear freak, maar ik focus eerder op pointe van een project als geheel. Ik ga niet beginnen inzoomen op gitaar die een tikkeltje vals staat. “
EGO
Mijn reservegitaar voor Andy en Karolien is er één van een gitaarbouwer in Oostende, Bruno’s Guitars. Bruno houdt er binnenkort helaas mee op. Het is een EGO gitaar, wat staat voor Electric Guitars Oostende (lacht). Tijdens de laatste jaren van The Van Jets heb ik enkel daarop gespeeld. Je ziet de sporen van gebruik. Een heel simpele gitaar: een pickup (P90), tussen dun en dik, een volumeknop en een toonknop en een tremolo.
Fender Champ
Verder gebruik ik een heel simpele set-up: een kleine Fender Champ versterker en een paar pedalen. Ik ben niet de man van veel effecten. Door in Locke mee te spelen, heb ik veel technieken ontdekt en ontwikkeld met mijn handen. Je kunt veel doen zonder dat je pedalen nodig hebt. Met je vingers ergens op tappen of wat krabbelen bijvoorbeeld. Je zit niet in popmuziek, dus je kunt gewoon geluiden maken. Ik heb daar ontzettend van genoten. Met The Van Jets was het volume open en vol gas. Bij Locke heb ik geleerd om wat sneller af te draaien. Met simpele dingen kun je zoveel doen.
Muziek in theater is de max, maar het heeft ook een directer effect op emoties, waardoor je het met mate moet gebruiken. Je moet soms op de vlakte blijven, want acteurs moeten ook ruimte krijgen. Bij Locke speelden we niets in majeur of mineur. We creëerden iets abstracter waarover acteurs dan konden kleuren.
“Locke was de eerste keer dat ik mijn gitaar moest gebruiken om texturen te creëren of om veel dynamischer te werken. In sommige scènes draaide ik millimeter per millimeter het volume hoger. Daardoor heb ik mijn gitaarspel herontdekt. Of toch een andere lade opengetrokken. En dat was heel verrijkend.”
Losers get lost
Met Losers get lost, een productie van Kopergietery, vierde Johannes onlangs zijn acteerdebuut. “Heel spannend om te doen”, klinkt het bij Johannes. “Het lag niet zover van mijn comfortzone. En de samenwerking met Oriana Ikono verliep supervlot. Het is een 15+ voorstelling die het midden houdt tussen een concert en teksttheater."
Johannes Is Zijn Naam
Binnenkort kun je Johannes ook aan het werk zien met zijn soloproject Johannes Is Zijn Naam. “Corona heeft mijn timing heel goed gevolgd daarin”, lacht Johannes. “We stopten in oktober 2019 met The Van Jets. Ik heb 2 jaar tijd gehad om nummers te schrijven. Johannes Is Zijn Naam is heel songbased en ik sta enkel te zingen met backing track. Zo krijg je een soundmixvibe die het midden houdt tussen kwetsbaarheid en humor. Dat is iets wat ik instinctief makkelijk opzoek. 8 jaar geleden kreeg ik een plaat van Suicide cadeau. Dat zorgde voor inspiratie. Het geluid is heel stoffig omdat ik oude vintage synths en orgels gebruik. Je kunt de ritmes niet programmeren, enkel met knoppen spelen zodat het geluid er warrig uitkomt. De basis is nog altijd nummers: vrij klassieke structuren die ik kinderlijk benader. Zo werk ik met een Russische synth die gebruikt werd voor tekenfilms zoals in Het Molletje, een Hongaarse tekenfilm. Ik snap niet alle knoppen omdat de opschriften er enkel in het Russisch op staan. Ideaal voor mij als ik een instrument een beetje ken, maar toch nog verrast wordt. Ik neem alles bruut op en laat alle fouten erin. Live start ik de track en steek alle aandacht in mijn zang. Het ademt een beetje een donkere sfeer met introspectieve teksten die voor een bedwelmend effect zorgen.”
Benieuwd naar Johannes Is Zijn Naam? Check hier de speeldata.